Door de ontwikkeling van de biogebaseerde economie is het noodzakelijk om plantaardige biomassa te produceren waarbij conflicten over landgebruik vermeden worden en de duurzaamheid van de productie gewaarborgd wordt. Het Interreg-project New-C-Land wil ondersteuning bieden bij de keuze van het meest geschikte gebruik waarbij rekening wordt gehouden met de sociale, ecologische en economische context van de geïdentificeerde marginale site.
Een overzicht van de wetenschappelijke kennis over de effecten van KOH-beheer op de biodiversiteit
Het project New-C-Land stimuleert:
- De aanplant van non-foodbiomassa op marginale sites die in overleg met de doelregio’s uit het project gekozen worden;
- De uitbating en de valorisatie van deze biomassa op industriële schaal.
Dankzij zijn eenvoud is de houtenergiesector één van de eerste manieren om biomassa te valoriseren. Het korte omloophout (KOH) is een beheersmethode waarbij de bovengrondse delen van de bomen geoogst worden met een frequentie van 3 tot 5 jaar. Meestal gaat het om de aanplant van wilg of populier.
Parallel met de noodzaak voor regio’s om in hun energiemix hernieuwbare energiebronnen op te nemen, is de bezorgdheid van de burgers steeds meer gericht op de behoefte aan natuur en het behoud van de biodiversiteit. Marginale gebieden zoals gedefinieerd en opgenomen in de cartografische tool van het New-C-Land-project kunnen een spontane, kruidachtige en struikachtige vegetatie herbergen. Ook kunnen zij als toevluchtsoord dienen voor de bescherming van de biodiversiteit. Een “gecontroleerd” vegetatiebeheer, zoals de aanleg van hakhout met korte omlooptijd, kan daarom als controversieel worden beschouwd.
Wat zijn de voor- en nadelen van KOH vanuit het oogpunt van biodiversiteit? Welke antwoorden kunnen geboden worden aan de vele organisaties die zich afvragen of het wel verstandig is bomen te planten om het hout te exploiteren? Wat zijn de gunstige en ongunstige scenario’s van KOH-beheer? Is het duurzaam?
Ontdek de (mogelijke) antwoorden in de bibliografische lijst opgesteld door Dr. Brice Louvel, Laboratoire de Génie Civil et géo-Environnement (LGCgE), in het kader van het Interreg-project New-C-Land.
Link naar het volledige document*
9 partners werken samen
New-C-Land wordt uitgevoerd door UGent-Ecochem-C2C (coördinator), ValBiom, Atrasol, GxABT-EESP, ISA-Lille, INERIS, INAGRO, Chambre d’agriculture Nord-Pas de Calais et DRAAF.
Doelregio’s: Hauts-de-France en Grand-Est in Frankrijk, Wallonië, West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen in België.
De financiers:
