Biomassaproductie en biodiversiteit

Alle energie- en economische overgangsscenario’s komen samen: op lange termijn zal meer biomassa duurzaam moeten worden geproduceerd als we tegen 2050 koolstofneutraliteit willen bereiken.

De vermindering van de consumptie van fossiele energie zal onvermijdelijk zijn, uit vrij keuze keuze of door verplichting. Eén van de alternatieven voor aardoliebronnen is biomassa, hetzij als energiebron (vloeistof, vast, gas, elektrisch), hetzij als materialen (bouw, molecules).

Hoewel de ontwikkeling van de productie van plantaardige biomassa veel kansen biedt voor ons grondgebied, ontstaan er ook bedenkingen over de biodiversiteit.

Biodiversiteit: definitie, belang en werkelijke

De term “biodiversiteit” wordt regelmatig gebruikt om de diversiteit van het leven en de omgevingen te beschrijven. De definitie, het belang en het werkelijke nut ervan worden door de samenleving nog slecht begrepen. Biodiversiteit wordt, naast dier- en plantendiversiteit, volgens de deskundigen van Green Area gedefinieerd als “de rijkdom aan en verschillen in genotypes, soorten, gemeenschappen, ecosystemen en alle aspecten van de natuur op aarde”.

De biodiversiteit is een bron van een groot aantal directe en indirecte diensten die onmisbaar zijn voor onze samenleving en die bijdragen aan het algemene evenwicht van de aarde. Deze diensten, of de bijdragen van de natuur aan de menselijke samenleving, zijn meer gekend onder de term ecosysteemdiensten (Figuur 1). Niettemin mogen ecosysteemdiensten niet verward worden met ecologische functies die de natuurlijke processen zijn waardoor ecosystemen functioneren en in stand worden gehouden. Ecosysteemdiensten zijn dan weer veeleer het resultaat zijn van deze ecologische functies en van een antropogene visie op deze functies. De verstoring van de biodiversiteit kan dan ook gevolgen hebben voor onze gezondheid, voeding, economie, klimaat en nog veel meer natuurlijk, vandaar het belang ervan.

Figure 1- Services rendus par la nature à la société (IPBES, 2019).
Figuur 1 – Diensten geleverd door de natuur aan de samenleving (IPBES, 2019).

De evolutie van de toestand van de biodiversiteit op België

De fauna van de landbouwpercelen lijdt door de intensifiëring van de landbouwkundige activiteiten. De ngo World Wildlife Fund (WWF) en zijn partners hebben recent het “Living Planet Report” voor België gepubliceerd. Het rapport beschrijft de evolutie van de toestand van de biodiversiteit op landenniveau. Een kwantitatieve benadering, op basis van de “y”-index, wordt voorgesteld. Deze Living Planet Index (LPI) meet de gemiddelde verandering in de populatieomvang van verschillende soorten. Voor de berekening van deze index zijn voldoende langetermijngegevens over de populatiedichtheid nodig, d.w.z. onderzoeken naar het aantal individuen van elke soort of een betrouwbare proxy (bv. het aantal bezette gebieden), die over een lange periode verschillende keren en op vergelijkbare wijze worden herhaald (WWF, 2020). In landbouwgebieden werden LPI berekend voor vogelpopulaties. De populaties in deze specifieke habitat zijn met 3,3 % per jaar gedaald. Dit resulteert in een alarmerende daling van 60,9 % van de bevolkingsaantallen tussen 1990 en 2018. Dit is des te zorgwekkender omdat het landbouwareaal het grootste deel van het land beslaat.

De samenleving en de landbouwer hebben een rol te spelen in het behoud van de agrarische soorten, door de habitats in stand te houden of te herstellen in overeenstemming met de vitale behoeften die nodig zijn voor het overleven en de herontwikkeling van deze fauna. De ontwikkeling van nieuwe niet-voedingsgewassen en de gevolgen daarvan voor de plattelandsfauna en -flora baren dan ook grote zorgen, vooral omdat lignocellulosegewassen in verschillende energietransitiescenario’s belangrijke ontwikkelingsdoelstellingen toegewezen krijgen, te beginnen met de Europese klimaatstrategie voor 2050.

Miscanthus en biodiversiteit

De impact van de recente introductie van lignocellulose gewassen zoals miscanthus in landelijk gebied heeft de laatste 20 jaar heel wat wetenschappelijke vragen opgeroepen: impact op de bodem, de kwaliteit van het water, de biodiversiteit, enz.

Miscanthus maakt deel uit van de lignocellulose gewassen die gebruikt worden voor energiedoeleinden. Het is een meerjarig gewas en wordt voor een minimale duur van 20 jaar aangeplant. De teeltvereisten ervan verschillen sterk van die van éénjarige gewassen: geen meststoffen, geen of zeer weinig herbiciden, oogsten in het vroege voorjaar, zeer hoge dekkingsgraad, enz.

Bent u geïnteresseerd in de impact van Miscanthus x giganteus op de biodiversiteit in de landbouw in Noordwest-Europa? Voor meer informatie over dit onderwerp: info@newcland.eu.

Partager :
Projectpartners
Financierende instellingen