Korte omloophout en valorisatie: verslag van de ontmoetingen met Biosynergy

Op dinsdag 5 oktober 2021 heeft het Interreg projectteam van FWVL New-C-Land de ontmoetingen van Biosynergy in Ronse, Oost-Vlaanderen, voorgesteld met een rondleiding.

Biosynergy ondersteunt de installatie van systemen voor de verbranding van non-food biomassa. Tijdens dit bezoek opende CEO Thibaut Deveyt de deuren van zijn installatie en gaf hij uitleg over de opstart van een biomassaketel met de ontwikkeling van een warmtenet.

Na de visualisatie van het gebruik van biomassa voor niet-voedingsdoeleinden als energiebron, werden ook de wilgenvelden bezocht die zich op enkele meters van de ketel bevinden, in het gezelschap van Olivier Poncin, CEO van Phitech, die verantwoordelijk is voor de aanplanting. Hij werd vergezeld door Marc Verhofstede, manager van de firma Humus, die ons herinnerde aan het belang van het beheer van de bodemmatrix in het plantageproject.

Voorbeeld van productie op SMARG en supra-lokale valorisatie van de gegenereerde biomassa

Biosynergy valoriseert biomassa en legt ook hakhoutaanplantingen met korte omlooptijd van wilgen aan in de buurt van haar ketel. Het bedrijf heeft een verwarmingsnet aangelegd op het industrieterrein waar het is gevestigd; dit net zal worden gebruikt om de andere gebouwen op het terrein te verwarmen. Ronse is de eerste stad in Oost-Vlaanderen die beschikt over een verwarmingsnet dat werkt op biomassa. Andere plantageprojecten worden ontwikkeld op marginale locaties.

De demonstratie-installatie van Biosynergy bevindt zich op een nieuw industrieterrein ten zuiden van Ronse. In de bufferzone van het industrieterrein zijn in 2021 wilgenstekken geplant. Deze aanplant is een eerste test; het is de bedoeling deze in de komende jaren over de hele bufferzone uit te spreiden. Het doel van het bedrijf is andere bedrijven op het industrieterrein te voorzien van de warmte die door hun biomassaketel wordt opgewekt. Op het industrieterrein wordt door Fluvius een warmtenet aangelegd. Aanvankelijk zal de biomassa bestaan uit houtige biomassa die ter plaatse wordt geteeld en houtafval van naburige bedrijven. In de toekomst zou hakhout afkomstig van het onderhoud van parken en bossen in de Oost-Vlaamse gemeenten een bijkomende grondstof kunnen zijn. “Op dit moment wordt houtafval niet gevaloriseerd in de gemeenten en dit zou een kans kunnen zijn om een bijkomende biogebaseerde waardeketen te creëren,” verklaarde Jan Foulon, schepen van stedenbouw in de stad Ronse. Bovendien overweegt de gemeente Ronse momenteel fase 3 van het bedrijventerrein te ontwikkelen tot een biomassacluster. Biosynergy heeft inderdaad haar doelstelling kunnen toelichten om een “biomassahub” te ontwikkelen die de gemeenten in Oost-Vlaanderen groepeert die over houtafval beschikken (afkomstig van wegenonderhoud, parken, enz.) dat in de toekomst de stoomketel zou kunnen voeden.

Tot slot legde de heer Foulon uit hoe dit perspectief past in de ambities van de gemeente ten aanzien van de huidige uitdagingen en het belang van duurzame ontwikkeling.

Een vergadering van New-C-Land

Deze bijeenkomst had tot doel innoverende goede praktijken over te dragen, de grensoverschrijdende overdracht van kennis te verbeteren, verlaten gebieden te valoriseren en, eenvoudigweg, het publiek bewust te maken van de kwestie van de herbestemming van marginale sites. Het door Biosynergy geleide project is een goed voorbeeld van partnerschap tussen Vlaanderen en Wallonië.

Partager :
Projectpartners
Financierende instellingen