[Verslag] Ervaringen en lessen of het slotevenement van New-C-Land

Op 14 juni vond het slotevenement van het Interreg-project New-C-Land plaats. Gedurende 4 jaar (2018 – 2022) heeft het project het gebruik van biomassa afkomstig van marginale sites (SMARG) gestimuleerd over de regio’s Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen. Hieronder volgt een korte samenvatting van de opgedane ervaringen en van het potentieel om biomassa te valorizeren op deze sites.

Identificatie van SMARG’s en netwerkvorming

Het New-C-Land project heeft sites geïdentificeerd waar plantaardige biomassa kan worden geteeld, maar heeft ook een netwerk van actoren (eigenaars/beheerders en eindgebruikers) opgezet om deze lokale grondstoffen te valoriseren tot bio-energie of biogebaseerde materialen. Het project richtte zich op verwaarloosde of braakliggende gronden die niet geschikt zijn voor de landbouw of huisvesting. Er is bewust gekozen voor éénjarige en meerjarige gewassen die niet voor voedingsdoeleinden worden gebruikt: wilg, els, populier, miscanthus, hennep en grassen.

Andere sectoren die van belang zijn voor de terugwinning van biomassa zijn: bioraffinage[1], de productie van biogebaseerde bouwmaterialen, textiel, en het beheer van groene ruimten en land- en tuinbouwgebieden.

Geleerde lessen

Tien waardeketens werden door de projectpartners geïdentificeerd in Wallonië en Frankrijk. Deze boden een praktisch overzicht van de noden, mogelijkheden, obstakels en beperkingen van deze sites. De belangrijkste lessen die uit het project kunnen worden getrokken, zijn de volgende:

  1. De grensoverschrijdende samenwerking heeft geleid tot een brede overdracht van kennis. Een cartografische tool is online beschikbaar en maakt het mogelijk om site-eigenaars en potentiële biomassagebruikers met elkaar in contact te brengen.
  2. Het verzamelen van zoveel mogelijk praktische informatie over de bodem, de teelt, de wetgeving en de afzet is van essentieel belang alvorens een project wordt opgestart. Een beslissingsondersteunende tool helpt u om de geschikte plantaardige biomassa te kiezen voor de specifieke kenmerken van de site.
  3. Een verontreinigde site is niet noodzakelijk een belemmering voor de productie van biomassa. Integendeel, de aanplanting van biomassa kan een positieve invloed hebben op de bodemverontreiniging.
  4. Duidelijke communicatie over de projecten en de positieve impact op het milieu die zij teweegbrengen, zorgt voor begrip en aanvaarding bij alle belanghebbenden.
  5. De biogebaseerde economie is de toekomst.

Naarmate de markt voor biogebaseerde producten zich ontwikkelt, heeft de ervaring geleerd dat het telen van biomassa op marginale sites een realistische optie is om braakliggende gronden een nieuwe economische waarde te geven . Deze productie van biomassa moet echter op een doordachte en gecoördineerde manier gebeuren, zodat optimaal kan worden ingespeeld op de klimaat- en milieuproblematiek. Meer kennis en investeringen blijven nodig om deze beweging in het culturele landschap te verankeren en te ontwikkelen.

Wil je meer weten?

Bezoek http://www.life4marginallands.eu en de online-tool www.sitesforbiomass.eu.


[1] Het doel van een bioraffinaderij is het scheiden van een grondstof (biomassa) in verschillende fracties. Elke fractie kan op een andere manier worden verwerkt om de biomassa volledig te benutten.

Partager :
Projectpartners
Financierende instellingen